Noordshow 2013
Verslag van de keuring van de Twentse hoenders op de Noordshow van 2013
Voor het tweede en achtereenvolgende jaar waren de grote Twentse hoenders aan mij toegewezen. Ik kreeg als eerste dier een oude patrijs hen die erg rommelig in de staart was. Daarna kwamen 4 jonge patrijs hanen. Het eerste haantje kon mij het meest bekoren. Een mooie, sierlijke haan, die wat gladder in rug-staartovergang had moeten zijn. De volgende haan moest veel beter gevuld in de kam zijn. De derde haan was zilverpatrijs. Dit dier moest veel beter in de grondkleur zijn. Ik denk dat het te ver voert als ik ieder dier ga bespreken. Ik wil alleen wat opvallende zaken naar voren halen. Na de hanen volgden 3 jonge patrijs hennen. Het hennetje in kooi 293 van H.P. Enserink liet een fraai type zien gepaard aan een fraaie kleur dus werd dit de 1e F. Enserink showde ook een fantastische blauwpatrijs haan jong. Een dier met een fraai type en een geweldige kleur. Natuurlijk waren er wel aanmerkingen te maken. In mijn enthousiasme gaf ik een F voor zijn kam. Dat was iets te snel, want de kam was wat grof, maar ja… eens gegeven blijft gegeven. Er zat wat zwart in de blauwe partijen en in de grote slagpennen zat iets wit, maar ik meende toch dit dier een F te moeten toekennen. Nu kwamen 4 witpatrijs dieren. Deze dieren konden mij wat minder bekoren. In de grondkleur kwamen erg veel kleurspatten voor. De haan droeg zijn staart wat laag en de eerste jonge hen was wat smal en liet een lichte band zien in de zalmkleurige borst. Als ik dit terug vertaal naar patrijs dan betekent dit dat er erg veel pepering in de borst voor komt en dat is beslist niet de bedoeling. De laatste hen beviel het best. In zilverpatrijs zaten 7 jonge hanen en 10 jonge hennen. Bij de hanen was veelal het probleem dat de rug-staart overgang niet goed was. Dat bepaalt voor een groot deel de sierlijkheid van het dier. De haan van G.H. Luichies stak met kop en schouders boven de rest uit. Een schitterende sierlijke haan die de 1ste F toebedeeld kreeg. Bij de hennen waren wensen t.a.v. de pepering en een dier liet veel roest zien. In kooi 307 zat een hen met een scheve snavel, die ook niet goed sloot en dus een O predikaat kreeg. Het was wederom Luichies die de dieren met F predikaten showde. De mooiste van de Twentse hoenders zat in kooi 310. Ik heb een leuke klasse hoenders mogen keuren wil de winnaars vanaf deze plek feliciteren met hun bereikte successen. Ide Meijering.
Verslag Noordshow 2013
Bij de vraag wil je even een verslagje schrijven over de keuring van de twentsekrielen bekruipt me een zeker gevoel van onbehagen. Ik maak namelijk nooit notities en moet dan in mijn geheugen aan de hand van de catalogus. Wat staat me zo ongeveer nog bij en wat klopt er exact van wat ik schrijf. Niets klopt exact en zo ongeveer kan niet gebruikt worden er absolute waarheden aan te ontleden. Dus globaal wat indrukken en tips. Drie inzenders H. Boers, H.J. Ekkelboom en R. Hoornstra Absenten H. Guder in patrijs, geelpatrijs en blauwpatrijs De eerste een Patrijs een haantje dat niet forser van bouw mag en staart sikkels die veel meer met de punt via een ronding terug moeten buigen richting het lichaam. 95 Punten geeft echter aan dat het een mooi rastypisch dier betreft. Een aantal aardige hennen ook van de heer Boers die qua type prima waren maar op kleine details zoals bv pepering toch net geen F 96 of ZG 95. Op één na die er duidelijk in type en de rest uitsprong. Let vooral ook op kinlellen en oogkleur en vooral schouderbreedte. Geelpatrijs. Twee hennen waarvan de grondkleur en de halskleur prima is. Verschil in type en waarschijnlijk ook het feit dat het mooiste er eind van seizoen gewoon af is. Witpatrijs een aardige hen maar de grondkleur moet roomwit zonder roest. Blauwzilverpatrijshaantjes. De één veel lichter dan de ander en ook hier graag een staartopbouw waarin de sikkels met een mooie ronde boog in de punt terugwijzen naar het lichaam. De zilverpatrijs haantjes van de heer Ekkelboom zijn tegen het fraai aan maar een aandachtspunt is de intensiteit van het halsbehang. Vorig jaar waren zijn haantjes beter op dit punt. Tijdens de keuring liep hij al rond en vertelde mij tijdens het keuren dat de hanen al meerdere keren een F hadden gehaald. Het zal maar niet bij mij! De blauwzilverpatrijshaantjes van Robert Hoornstra net over de top en vandaar de ZG 95 voor de mooiste. Er moet hier wel bedacht worden dat de moeilijkheidsfactor om een fraaie blauwzilverpatrijshaan te fokken wel even iets moeilijker is dan een zilverpatrijs. De kleur is voor doorzetters. De koekoekpatrijshaan ook in de staart niet echt rastypisch ook hier sikkelpunt met fraaie boog terug naar het lichaam gewenst. Het hennetje ook van de heer Hoornstra fraai van type maar ook hier geld een lastige kleurslag. Duidelijke vlakverdeling, pepering en wolking met een egale borst. Ga er maar aan staan. Algemeen. Het blijft me opvallen dat er veel haantjes met onregelmatige kleine kinlellen worden geëxposeerd en hennen zelfs zonder. Hierdoor worden de koppen optisch langer. De kopjes behoren breed en kort te zijn. De diepte van de romp hoeft niet dieper het moeten geen Welsumers worden. De valkuil van veel keurmeesters is juist aan de wat forsere diertjes hogere predicaten te geven. Eigenlijk geld dat ook voor mezelf en dat is niet goed. Kijk nog eens goed naar de standaardtekening is mijn advies. Conno Vlaardingerbroek